Een tijdje geleden liet ik een sportmedisch onderzoek doen. Ik deed dat omdat mijn moeder op relatief jonge leeftijd een hartinfarct kreeg. Gereanimeerd worden langs het marathonparcours staat niet echt op mijn bucketlist. Je ligt dan zo te kijk én je krijgt geen medaille. Dus ik wilde graag een inspanningstest doen. Om te testen hoe mijn rikketik zich houdt onder zware inspanning.
(Daarnaast werd er nog veel meer getest en gemeten. Als je het interessant vindt om te weten hoe dat ging, let me know, dan schrijf ik daar ook nog iets over.)
Mijn hart bleek het allemaal prima aan te kunnen. “Ik zie geen enkele reden waarom jij niet aan een marathontraining zou kunnen beginnen,” zei de sportarts. “Je bent buitengewoon fit voor iemand in jouw leeftijdscategorie.”
“Pardon? Dat laatste heb ik niet verstaan,” reageerde ik. Want dat wilde ik graag nog eens horen.
Opgelucht stapte ik naar buiten met groen licht voor m’n marathonplan, maar daarnaast ook met een pak handige informatie.
Inspanningstest
Eén van de onderdelen van de sportkeuring was een inspanningstest. Ik had gevraagd of ik die op een loopband zou mogen doen, zodat de resultaten zouden zijn toegespitst op een hardloper. Artsen nemen een test vaak liever af terwijl je op een fietsergometer fietst, omdat het ECG dan minder schokkerig wordt en er minder risico is dat je de electroden die op je lichaam bevestigd worden losraken en je test verprutst is. Maar ik mocht het dus lopend doen.
Op mijn lijf werden electroden bevestigd voor het inspanningsECG en ik kreeg een maker op voor een ademgasanalyse. Daarmee kan je maximale zuurstofopname tijdens inspanning gemeten worden, wat iets zegt over je algehele fitheid en over je aanleg voor duursport. Ook kan heel nauwkeurig je omslagpunt bepaald worden: de hartslagfrequentie waarbij je begint te verzuren.
Hartslagzones
Met de informatie die de inspanningstest opleverde zijn mijn specifieke hartslagzones vastgesteld. En dát, lieve mensen, blijkt echt zo’n enorm cadeau aan mezelf te zijn!
Voorgaande periode heb ik getraind met een speciaal voor mij geschreven hardloopschema. Het werkte: ik werd fitter, ik werd langzaam aan wat sneller, ik trainde heel gericht naar mijn eerste Zevenheuvelenloop en naar mijn eerste halve marathon.
En toch wrong er iets.
Het lukte me vaak niet om te doen wat La Coach vroeg.
“Houd je hartslag nou eens beneden 150,” zei ze dan bijvoorbeeld na een training. “Je ging veel harder dan ik gevraagd had.”
Of: “Je liep wel weer heel veel in het rood. Ik wil je niet dood uit een sloot hoeven vissen!”
Ik putte me dan uit in excuses en beloftes tot beterschap, maar het lukte vaak niet of maar half. Zo vaak had ik het gevoel dat ik in moest houden tijdens mijn trainingen. Of ik kwam nukkig thuis en bokte tegen de de man: “Ik heb tien kilometer gelopen, maar ik ben niet eens móe. Ik denk dat ik nog een rondje ga, zonder mijn Garmin.”
En toen was er mijn sportkeuring.
Snel – sneller – snelst
Wat bleek, uit mijn inspanningstest: mijn maximale hartslag is behoorlijk hoog. Mijn omslagpunt ook. En mijn hartslag stijgt snel: bij wijze van spreken al als ik een vinger optil.
Ik heb een hele tijd getraind in algemene hartslagzones. Dat werkt zo: op basis van een formule wordt je maximale hartslag berekend (vaak wordt het sommetje 220 min je leeftijd gebruikt, maar het is geen nauwkeurige methode: het kan zomaar een tien tot vijftien slagen afwijken). Wanneer je je maximale hartslag weet, kan je je trainingszones vaststellen.
Langzame duurlopen loop je op 60-75-% van je maximum. Intervallen doe je op 70-80% en intensief intervallen in de buurt van je maximale hartslag.
Maar ik vloog dus altijd al zó snel de hoogte in. Terwijl ik me ondertussen nog aperelaxed en alles behalve moe voelde.
Mijn persoonlijke hartslagzones veranderen alles.
In mijn nieuwe schema loop ik volgens de hartslagzones uit mijn sportkeuring en ik heb het gevoel dat ik vlieg!
Mijn tempo loopt op. Ik moet echt flink werken om te doen wat er gevraagd wordt. Het is fantastisch! Ik mag nu regelmatig bikkelen in plaats van terughoudend lopen. Ook psychologisch werkt het door, want ik zie mezelf niet meer continu in het oranje en rood vliegen op mijn Garmin, als ik het ook maar waag een omaatje in te halen. Als ik dat zag gebeuren deed dat toch iets in mijn kop. Nu ik in het groen loop ga ik als de bliksem. Althans, niet vergeleken met sommige anderen, maar in vergelijking met waar ik vandaan kom ben ik nu echt retesnel.
Voor mijn gevoel is er nog heel veel mogelijkheid tot groei, dus ik kan niet wachten om te ervaren waar deze traingsreeks me gaat brengen.
Ik laat morgen een cardio test doen want heb ook een enorm hoge hartslag ondanks mijn goede conditie. Wanneer ik op tempo loop (voor mij is dat 10 km/u) zit ik gemiddeld boven de 170. Bij rustige duurlopen (9 km/u) moet ik echt moeite doen om onder de 165 bpm te blijven. Toch heb ik nooit het gevoel dat ik in het rood ga. Morgen dus een test om te zien of mijn hart ok is. Eerst dacht ik het daarbij te laten. Ik loop voor het plezier, niet met een specifiek doel. Maar je laatste blogs hebben me overtuigd om toch voor die inspanningstest te gaan. Want ergens frustreert het me wel dat ik precies niet vooruit ga. Afstand opbouwen is geen probleem, tempo is wat anders. Maar eerst morgen afwachten dus.