Door de vrieskou liep ik vanmorgen een duurloop van zestien kilometer. Op mijn dooie gemak. Door een paar woonwijken, Den Bosch uit, langs de kronkelende Maas en vervolgens door het buitengebied weer terug naar Den Bosch.
Het kostte me geen moeite, sterker nog, ik vond het jammer dat ik terug naar huis moest. Al had ik door de ijzige tegenwind amper nog gevoel in mijn gezicht; vergeet Botox, ga gewoon sporten met -7. Je hele smoelwerk is strak, blakend rood en gevoelloos.
Zestien kilometer, ik ben ontzettend trots dat ik zo’n afstand nu gemakkelijk kan lopen! Ik kijk ook al ontzettend uit naar de twintig van volgende week en naar de halve marathon eind deze maand. Wat ben ik ervan gaan houden om kilometers te vreten.
En dan te bedenken dat het helemaal niet zo lang geleden is dat ik een beginnende hardloper was. Wat kan ik me nog goed het gevoel herinneren van een paar minuten aaneengesloten moeten hardlopen, kortademig worden, eigenlijk niet meer willen en denken dat je elk moment gereanimeerd kan moeten worden.
Ik pikte ooit eens ergens een trucje op dat ik graag met jullie wil delen. Want het is zo fijndat ik het soms nog steeds gebruik. Het punt is: als je aan het afzien bent (of dénkt dat je aan het afzien bent), moet je daar niet te veel mee bezig zijn.
Als je zes minuten aaneen moet rennen en je horloge in de gaten blijft houden – Pfff nog vijf minuut vijftig. Jemig nog vijfeneenhalve minuut Neeee, nog VIJF minuten! – dan demotiveer je jezelf ongemerkt nogal.
Mentaal spelletje
Mentaal kan je jezelf heel erg helpen door je gedachten te verzetten. Wat ik deed tijdens die twee – drie – vier – vijf minuten stukjes is op rustig tempo de namen van mijn gezinsleden spellen, voornaam en achternaam of soms zelfs inclusief iedereens tweede en derde voornaam. Ik begon als het zwaar werd en ging net zo lang door tot de interval afgelopen was. Het is niet te veel denkwerk, maar wel precies genoeg om je gedachten te verzetten en niet bezig te zijn met hoe lang je nog moe-hoe-hoet.
Dus terwijl ik daar een bepaald aantal minuten probeerde vol te rennen ging het in mijn hoofd:
D-E- X L-I- N-U- S W-I-L-H-E-L-M-U-S V-A-N M-I- L
en zo ging ik dan alle namen van mijn drie kinderen af. En de namen van mijn lief. En mijn eigen naam. Op die manier vliegt de tijd, omdat je je zinnen verzet.
Er zijn ook mensen die stappen tellen, maar dat werkte voor mij niet, omdat dat me bewust houdt van de verstreken tijd of afstand. Pas bij vijftig stappen? denk ik dan. Terwijl je bij spellen geen idee van tijd hebt. Wat nou juist de kracht is van dat trucje.
Tafels
Tijdens tempoloopjes, waarbij ik langere stukken op een minder comfortabel tempo moet lopen doe ik het soms nog steeds, die verzet je gedachten spelletjes.
Alleen ben ik het spellen inmiddels wel beu, dus nu doe ik soms tafelspelletjes. Ik noem in mijn hoofd de uitkomsten van de tafels van 7 – 8 – 9 – 10 en 12. En dan willekeurige tafels in omgekeerde volgorde. En ik zeg in mijn hoofd het alfabet achterstevoren op.
Je kan natuurlijk ook je gedachten verzetten met denken aan leuke dingen of met het maken van to-do lijstjes, maar het prettige aan de spelletjes die ik deed en soms nog doe, is dat ze me in een soort trance brengen. Mijn hoofd gaat niet alle kanten op; ik blijf super gefocust, terwijl de tijd sneller lijkt te gaan.
Probeer het maar eens, het werkt echt! Want een afgeleid hoofd zeurt niet.
Als jij andere tips & tricks hebt: laat het vooral weten!
Spijker op z’n kop: “een afgeleid hoofd zeurt niet”. Precies daarom maakte ik vroeger huiswerk met praatprogramma’s op de radio aan. 🙂