Het is intussen al bijna een week geleden dat ik in Egmond mijn eerste halve marathon liep. Ik besloot mijn raceverslag met de mededeling dat ik er een boel van geleerd heb. Wat dan zoal? Dat vertel ik je in deze blogpost, waarin ik even onder de loep neem wat ik anders had moeten doen.
Alles wat ik fout deed op een rijtje, speciaal voor jullie vertier ende vermaack. Want ik heb de hele bingokaart met beginnersfouten vol.
Stel een onrealistisch doel
Geef een onhaalbare verwachtte eindtijd op of streef er in elk geval naar. Het helpt je het beste uit jezelf te halen. En die frustratie als het niet lukt werk je toch gewoon weg met een bak Ben & Jerry’s? Volgende keer beter!
Op het troostijs na is dat exact wat ik deed. En dat kwam zo.
In 2017 werd ik een betere hardloper. De afstanden die ik liep gingen omhoog. Het loopgemak was ongeëvenaard: wat ik moest doen kostte me eigenlijk niet heel veel moeite. En toen ik eenmaal gecoacht ging worden nam het helemaal een vlucht. Eindelijk zag ik mezelf als hardloper, in plaats van als wannabe. Dus had ik bedacht dat ik die eerste halve marathon best binnen de twee uur kon lopen.
“Kim,” waarschuwden mensen. “Het is je éérste. EN HET IS EGMOND!”
“Laat ze maar kletsen,” dacht ik. “Ik ben hartstikke fit. Komt goed!”
Haha. Het werd 2:11.59. Want het was mijn eerste halve marathon. En het was Egmond.
Werd ik me daar even flink door mezelf op mijn nummer gezet. Het was een enorme reality check. Ik ben niet teleurgesteld, maar ik realiseer me wel dat ik een boel beginnersfouten heb gemaakt.
Start vooral heel snel
Een race win je in het begin. Als je nog fris en fruitig bent. Dat weet iedereen. Als je daar minuten laat liggen kan je het vergeten. Er is geen tijd te verliezen! Ga er als een idioot vandoor, dan kan je in je laatste kilometers lekker instorten.
Zo werkt het natuurlijk helemaal niet, maar het is precies wat ik deed. Het is zo’n klassieke beginnersfout. Ik had het al duizend keer gelezen en ik was er duizendeneen keer voor gewaarschuwd.
“Laat ze maar kletsen,” dacht ik. “Ik ben hartstikke fit. Komt goed!”
En ik liep mijn snelste kilometers over de eerste drie kilometer hard strand. Waar mijn coach, die me haasde, me herhaaldelijk waarschuwde. “Je loopt 5:30. Nee, 5:20. 5:15. Doe normaal. Niet doen! We zijn pas net vertrokken!”
“Ja maar,” dacht ik, “het gaat lekker. Ik ben hartstikke fit. Komt goed!”
Waarna het mulle zand kwam en mijn kilometertijden nog erger kelderden dan de Bitcoin de afgelopen weken. En ohja. Toen had ik dus nog zo’n 16 kilometer voor de boeg. Haha. Ha. Ha.
Verdeel je race niet
21.1 kilometer is 21.1 kilometer. Deel het vooral niet op. Niks geen 4 x 5 kilometer, steeds een tikkie sneller en dan nog een eindsprint. Wie heeft dat nou weer bedacht? Je hebt wel iets beters te doen dan rekenen onderweg. Start gewoon snel. Zie maar wat er gebeurt. Het is maar 21 kilometer en je duurlopen in de voorbereiding waren bijna net zo lang, dus je kan dat. Appeltje-eitje.
Joe. Stom plan, maar ook precies wat mij gebeurde. Ik had geen overzicht. Hoewel ik gehaasd werd en mijn coach me vooruit loodste en rekende, stortte ik halverwege compleet in. Waardoor mijn kilometertijden steeds langzamer werden, naarmate ik weer dichter bij Egmond kwam. Misschien had het me geholpen om zelf mijn tempo mee in de gaten te houden? Weten waar je bent en waar je nog naartoe moet? Je plan duidelijk hebben. Maar het kwam vooral ook door het volgende puntje. Waardoor ik zelfs het plan van La Coach niet meer kon volgen.
Eet lekker weinig
Alle goede hardlopers zijn schriel. Eet dus vooral niet te veel koolhydraten. Pasta de avond tevoren? Prima, maar wel een bescheiden portie. Pannenkoeken als ontbijt. Oké, maar niet zoveel. En de race start rond lunchtijd, maar lopen met een buik vol boterhammen gaat vast niet lukken. Eentje dan. En een banaantje.
What was I thinking?!
Ik ben veel gewicht verloren en stabiel blijven is nu een hele uitdaging. Ik moet echt mijn weg nog vinden in hoe en hoeveel ik nu moet eten, zeker in combinatie met mijn sport.
Maar wie gaat er nou een halve marathon lopen met zo weinig brandstof? Ik niet meer. Lesson learned.
Hoewel ik de hele weg gelsnoepjes heb lopen kauwen, was ik al vet te laat. Ik kreeg m’n energielevel niet meer op peil. M’n hoofd wilde nog prima lopen. M’n lijf deed nergens pijn. Maar de tank was leeg. Het wijzertje hing al na een kilometer of 10 in het rood. Ik ben de laatste paar honderd meter door mijn coach letterlijk aangeduwd als een oude Opel die niet meer wil starten.
Reality check
Je kan wel stellen dat Egmond voor mij een enórme reality check was!
Ik ben apetrots dat ik een halve marathon heb uitgelopen, laat ik dat voorop stellen. De omstandigheden waren ook nog eens zwaar. Maar ik denk dat ik het zoveel beter had kunnen doen, als ik mezelf niet zo overschat had. En als ik – mede daardoor- niet elke denkbare beginnersfout gemaakt had.
Toch is het goed dat het zo gelopen is. Want ik heb al die rookiemistakes duizend keer voorbij zien komen. In hardlooptijdschriften. Op blogs. Op Facebook. Maar ik was zo overmoedig, eigenwijs en onbesuisd dat ik dacht dat het voor míj niet op zou gaan. Wrong! Het was een bitterzoete les, maar wel één die ik niet meer vergeet, omdat ik het nu allemaal zelf ervaren heb.
En ik denk dat ik volgend jaar weer in Egmond aan de start sta. Om te proberen wat er gebeurt als ik m’n eigenwijsheid thuis laat en deze ervaringen meeneem.
Wat ik trouwens óók leerde:
ik kan veel meer dan ik denk! Want ondanks mijn eigen kritische blik naar mijn prestatie: hallo, ik liep een halve marathon! En dat is ongeacht de uitkomst gewoon al iets om even keihard van naast mijn schoenen te gaan lopen. Voor even dan.
Haha, heerlijk geschreven! <3
lilith onlangs geplaatst…lilith geeft een interview aan Memento21 [podcastmaand]