Met de Omloop van Empel sloot ik vorige week mijn ‘racezomer’ af. Het was de laatste race in een reeks leuke lokale evenementen, allemaal binnen de gemeentegrenzen van Den Bosch. In Empel stond ik aan de start van de 10 km. Mijn verwachtingen waren hoog gespannen: die 50 minuten grens hè, daar wilde ik zo graag doorheen. Zou het deze keer gaan lukken?
De Omloop van Empel is ook al zo’n gezellige kleinschalige loop. Het totaal van 800 startbewijzen voor de kids run, de 5 en de 10 km en de 10 Empelse mijl is ruim van tevoren al uitverkocht. De Omloop blijkt populair geworden! Terecht, vind ik. De route is prachtig, de vrijwilligers enthousiast en de verzorging meer dan prima.
Met zo’n 20 graden op de thermometer zit het weer die dag wat meer mee en blij laat ik me dan ook door mijn schoonmoeder naar Empel taxiën. Ze vind het leuk om me te zien racen en wil ook deze dag graag weer meebeleven. Superlief! En handig, want terwijl ik mijn startnummer opspeld ontfermt zij zich over mijn spullen.
Nog een laatste toiletbezoek en een groet aan m’n schoonmoeder en ik ga inlopen, samen met atletiekloopmaatje Daniëlle. Mijn schoonmoeder staat achter de hekken van de startvak, maar geluksvogel Daniëlle heeft haar vader en haar vriend ín het startvak staan. Heel cool om je hobby letterlijk met je familie en je liefde te delen!
Het is vandaag voor het eerst dat ik dat een beetje serieus doe eigenlijk, inlopen en losmaken. Ik voel me ‘een echte’, als we een paar versnellingen en oefeningen doen in de straat achter het startvak. Dat moet helemaal goed komen hier in Empel!
0 – 3 km
Omdat ik altijd veel te snel start vraag ik Daniëlle of ze er wat in ziet samen te lopen of op zijn minst samen te starten. Onze streeftijd ligt bij elkaar in de buurt, dus dat moet kunnen. Samen vertrekken we, na het startschot met confetti en dat heeft voor mij het gewenste effect. Ik loop hele vlakke, gematige kilometers en merk dat dat goed is. Niet meteen tonnen energie weglopen in de eerste kilometer, omdat ik stijf sta van adrenaline en energie.
4 – 7 km
Wat loop ik lekker! Het is gelukkig niet enorm warm, dat scheelt heel veel. Daniëlle wil haar race graag wat geleidelijker opbouwen: ik loop af en toe iets boven tempo. “Ga jij maar,” zegt ze. Dat doe ik graag, ik merk dat ik – net als zij vermoedelijk – onrustig word van het samen lopen. Je medeverantwoordelijk voelt voor de ander en diens resultaat. Dat werkt hier even niet zo goed, we willen liever elk onze eigen race lopen vandaag.
Ik ga dus rustig bij haar vandaag en haak steeds bij een ander groepje aan. Zo werk ik me ontspannen door de kilometers heen. Steeds net onder of iets over de 5 min/km.
8 – 10 km
Ook vandaag merk ik weer dat ik niet goed presteer in de warme. Ik raak zo snel verhit! Terwijl mijn hartslag klimt en klimt zet ik mijn tanden in mijn tempo. Telkens vind ik een nieuw groepje mannen om me aan vast te klampen.
De laatste kilometers zijn het steeds dezelfde heren waarmee ik samen loop. Ze lopen mooi rond de 5 min/km, dus ik hoef niet steeds neurotisch mijn pols te checken. Dat scheelt, want ik doe dat normaalgesproken zo vaak dat ik er nog eens persoonlijk voor zorg dat de Garmin-elleboog in de medische encyclopedie wordt opgenomen.
Als ik dit vast kan houden kom ik in de buurt van die 50 minuten. Eigenlijk zou ik waarschijnlijk zelfs nog moeten versnellen, maar ik ben niet zo’n goede rekenaar onderweg en mijn pacer-appje blijkt niet goed te zijn ingesteld. Ik weet dus niet zeker hoe ik ervoor sta.
De laatste kilometer versnel ik zekerheidshalve nog wat en voor het eerst finish ik met een dikke vette sprint. In de laatste honderd meter haal ik met een bloedgang nog twee mensen in.
“Sorry!” verontschuldig ik me gelijk na de finish bij hen. “Ik hoop niet dat er finishfoto’s zijn, want dat zijn die van jullie echt hilarisch vrees ik. Ik had een tijd in mijn hoofd, dus dit moest even.” Ze kunnen er gelukkig om lachen.
Gelukt?
Ik laat me een medaille omhangen en wandel naar de hekken, waar ik mijn schoonmoeder al zag staan. Daar check ik mijn Garmin. Hmmf. 50.55!
Als ik iets meer had doorgebikkeld had ik een sub50 gelopen! In plaats van daar gerustreerd over te zijn ben ik eigenlijk meteen best opgetogen. Ik ben nog nooit zo dichtbij geweest! Wat een vooruitgang maak ik, nog steeds! En ach, het zit erin, die sub50, dus die komt er wel een keer uit. Bovendien was dit sowieso een PR.
Op de stoeprand tegenover me zit ondertussen mijn clubgenootje. Rood aangelopen, hoofd tussen haar handen, andere clubgenoten om zich heen. Ik loop naar hen toe om te horen hoe het gegaan is. En wauw, wat heeft ze haar race geweldig opgebouwd. Een dikke twee minuten van haar PR af gelopen. Compleet tot het gaatje gegaan en alles gegeven wat ze had. Snelle tante is ze, superknap!
Wat betreft opbouw en jezelf pushen kan ik van haar nog leren. Zij loopt verstandig. Ik ben nog steeds meer ongeleid projectiel dan slimme atleet. Ook de rest van mijn atletiekgroep liep trouwens mooie tijden in Empel. Ik vind het zo fijn dat ik tegenwoordig niet alleen meer solo loop. Bekenden treffen tijdens evenementjes en de voor- en napret kunnen delen maakt het allemaal nóg leuker.
Zomerstop
Met de Omloop van Empel kwam er een einde aan mijn zomerraces. Ik liep er vier op een klein stukje fietsen van huis. Het smaakte me, de gezelligheid en kleinschaligheid. Het gemak, van niet ver hoeven reizen. Het plezier van bekende gezichten tegenkomen.
Zowel op de Jeroen Boschloop (5km) als bij de Omloop van Empel (10km) blijk ik als tiende vrouw gefinisht te zijn. Daar ben ik heel trots op, als bijna-veertiger die nog maar net komt kijken als hardloper.
Verder heb ik veel geleerd! Ik blies mezelf op bij de Vestingloop, ik wist mezelf ontzettend te pushen bij de Jeroen Bosch loop en ik liep mijn vlakste race ooit in Empel.
Volgend jaar hoop ik al deze loopjes weer te doen! En nu? Mijn lijf wat rust gunnen voor de marathontraining officieel van start gaat! Want of je het nu leuk vindt of niet, voor je het weet is het oktober!