De Egmond halve marathon is een bijzondere. Vorig jaar was het mijn eerste halve marathon, waar ik doodnerveus aan de start stond en gehaasd werd door mijn lieve loopcoach Laetitia.
Dit jaar liep ik hem voor de tweede keer. Maar nu samen met Francé, die hier – net als ik in 2018 – haar HM debuut zou maken. Francé en ik zijn clubgenootjes bij de plaatselijke atletiekclub en we lopen wel eens vaker samen. Zo deden we samen een urban trail in Den Bosch en zijn we laatst samen naar een trailrun clinic geweest.
Toen ik hoorde dat zij zich ook had ingeschreven voor Egmond stelde ik voor om met z’n tweeën te lopen. Zelf moet ik rustig aan doen, vanwege een vervelend buikwandbreukje dat binnenkort geopeerd wordt. En ik dacht dat het een mooie oplossing zou zijn zo: ik zou het tempo van Francé lopen. En misschien zou zij op haar beurt ook wel iets aan mij hebben, op deze afstand en onder de misschien wel barre omstandigheden.
Sowieso is je eerste halve marathon gevoelsmatig een big deal en dan is het enorm leuk om die ervaring met iemand te kunnen delen. En hee, misschien zou ik onderweg zelfs wat foto’s van haar kunnen maken, net zoals Laetitia dat in 2018 voor mij deed. Wat was ik daar destijds superblij mee!
Egmond, altijd anders
De Egmond halve marathon is een rare snuiter. De route is heel gevarieerd. Door het dorpje. Over het strand. Over onverharde duinpaden. Door het bos. Over een klinkerweg. En omdat het een januariloop is wil het weer ook nog wel eens dwaas doen. Wat het een heel marketable evenement maakt. Find your strong. Beat the elements. Try not to die. Dat soort werk.
En het leek ook wel te kloppen toen we met wild wapperende poncho’s in de startvakken stonden te wachten. We waren daar gewoon al keihard de elements aan het beaten en onze strong aan het finden joh!
0 – 5 km
Als het startschot gaat bewegen één voor één de vakken zich rustig naar voren. Op het laatste moment proppen we gauw onze poncho’s in een container (in de hekken proppen wil ik echt niet nu, voor je het weet waait mijn plastic die mooie natuur in) en hopsakee, daar gaan we over de startmatten.
We lopen een paar kilometer door Egmond, langs de hekken met juichende en klappende mensen. Francé is zo heerlijk blij en enthousiast en wuift naar iedereen, alsof ze de majesteit zelf is. Of de koningin van de halve marathon natuurlijk.
“Je gaat behoorlijk hard,” zeg ik. “Maar loop gewoon maar even lekker. We gooien aan zee de rem er wel op.”
En we stuiteren lekker door samen. Richting de frisse zeelucht. “Jaaaaaa! ZANNNNDDD!” joel ik, en ik steek mijn armen in de lucht als mijn voorste voet eindelijk het strand raakt. Dit maakt de Egmond halve marathon zo beroemd en berucht. Dit zand. Dit strand.
Het strand is enorm breed. En hard. We hoeven niet te ploegen, zoals vorig jaar. Wel waait het loeihard. De dikke laag schuim die langs zee ligt komt in dikke vlokken over het strand gewaaid. Het lijkt wel een schuimparty. Wat een mooi gezicht. Er is zelfs iemand aan het kitesurfen. En boven ons cirkelen af en toe wat meeuwen. Verbaasd over wat daar op de grond allemaal gaande is denk ik. Een heleboel mensen op het strand en níemand laat een frietje vallen. Of een stukje brood. Snappen ze niks van natuurlijk!
6 – 10 km
Even na vijf kilometer is de eerste waterpost en we hadden afgesproken bij elke post even een paar slokken te nemen. Dus dat doen we. Om daarna lekker door te lopen. Ik sprint een stukje vooruit en maak een paar foto’s van een hyper Francé aan zee. Kan nog net, want de strandopgang komt er bijna aan.
Kleine passen! We pikken het tempo wel weer op als we straks weer naar beneden gaan.
Maar in tegenstelling tot vorig jaar valt die opgang reuze mee. We gaan omhoog, juichen met het publiek mee. High fiven hier en daar een kind. En we slingeren de duinen in.
11 – 15 km
In de duinen krijgen we smalle, onverharde paden voorgeschoteld. Elke keer als we boven zijn zien we voor ons een lange gekleurde sliert van lopers door het landschap kronkelen. “Dat lijkt me echt de hel!” reageerde iemand gisteren op de foto die ik ervan in mijn Instagram stories gooide. Ik vond het juist prachtig. Het landschap. Ál die mensen. Uit alle hoeken van het land en zelfs vanuit het buitenland afgereisd voor dit. De verbroedering van het lopen. En gelukkig is niet de hele route zo smal. Want dat zou misschien toch wel een béétje de hel zijn. Ruimte is ook wel fijn.
16 – 18 km
Na de duinen krijgen we een lekker stukje bos. Met een drassige bodem. Al helemaal zompig gelopen door iedereen die voor ons is gestart. Modderspetters tegen mijn blote knieën. Maar wat lopen we nog steeds fijn samen. Kilometer na kilometer tikken we weg, in eigenlijk heel vlakke tempo’s.
“Ik kom even met jullie meegelopen, mag dat?” vraagt een meisje dat haar tijdsdoel heeft moeten laten loslaten en er een beetje doorheen zit.
– “Tuurlijk!” vinden wij. “Hoe meer zielen, hoe meer vreugd.” En het helpt vast, even meelopen, naar ons luisteren, meekletsen als het lukt.
We beginnen steeds meer mensen in te halen. En we zien steeds meer wandelaars ook.
“Dames, gaan jullie een beetje op schema?” wil een paar kilometer verder een jongen weten.
– “Zeker wel!” lachen we.
“Wat ís het schema dan?” wil hij weten. “Uitlopen en genieten,” zegt Francé. “Mooi schema,” puft hij en blijft vervolgens met ons meelopen. “Misschien moet ik volgend jaar gewoon weer trainen.”
19 – 21 km
En ja hoor! Daar is -ie dan! De Bloedweg. De vermaledijde Bloedweg. Naast het strand misschien wel het meest beruchte stukje van deze halve marathon. Want het gaat ineens best weer gemeen omhoog. Als je jezelf al compleet aan vlokken hebt gelopen ga je daar kapot. Je verzuurt en misschien moet je gaan wandelen. We zien het om ons heen gebeuren.
Maar wij lopen soepel omhoog. Eenmaal boven kijkt Francé op haar Garmin. “We zijn er zowat!” jubelt ze. “Wanneer komt eigenlijk die Bloedweg?”
“Die heb je net opgelopen,” veeg ik een paar lachtranen uit mijn ogen.
“Wanneer gaan we versnellen,” wil ze nu weten. “Zometeen,” zeg ik. “Twee kilometer kan nog best lang zijn,” bedenkt ze.
Ik laat mijn tempo oplopen. Met nog tonnen energie in mijn benen wil ik de laatste paar kilometer even vlammen. Om al die keren goed te maken dat ik als een natte krant over de finish kwam, omdat ik al leeg was. “Ik ga nu versnellen,” roep ik. Ik gooi het gas erop. En ik haal in. En haal in. En haal in. En haal in. Lange passen. Brede lach. “Hup mevrouw Kutkou!” roept een stel tienermeiden langs de kant, gierend van het lachen.
Het is vals plat naar de eindstreep. Maakt me niks uit. Laatste bocht voor de finish. Ineens zó’n hard wind tegen dat ik bijna tot stilstand word geblazen. No way! Ik gooi alles in de strijd. Met sterke, lange passen de finishstraat in. Snot. Tranende ogen van de wind. Ik loop voortdurend helemaal links. Nog meer mensen inhalen. En nóg meer. Gáán!
Dik tevreden kom ik over de streep, waar ik even blijf staan wachten om Francé ook te zien finishen. Apetrots op haar! Wat een halve marathon debuut!
Egmond, de mythe
De Egmond halve staat bekend als heroïsch en dat houden we als lopers natuurlijk graag met zijn allen in stand. Want daar kan je thuis mee aankomen.
De avond tevoren was in het nieuws dat het code geel zou worden. Het stortregende toen ik op de fiets stapte naar het station en het waaide in het hele land zo hard dat er kliko’s, winkelwagentjes en kleine hondjes door de lucht gingen.
Dan ga je toch geen halve marathon aan zee rennen?
Haha, jawel dus. Maar wij hadden die wind op het strand schuin van opzij. In de duinen hadden we hem deels in de rug. Geregend heeft het niet. En ohja, dat strand, dat strand was zo hard dat het enorm lekker en gemakkelijk liep. Er kwam geen geploeg aan te pas. Het was een heerlijke editie, waarbij we enorm veel geluk hadden met de omstandigheden. Niet verder vertellen hoor! Dat haalt de sjeu er zo vanaf.
Ik heb er enorm van genoten met Francé te lopen! Wat heeft ze het enorm goed gedaan, je kan een liniaal langs de Garmin grafieken leggen. En op het eind, waar zoveel mensen instorten, hebben wij gesprint.
We hebben lekker gekletst onderweg, maar het kon ook rustig een paar kilometer stil zijn. Soms liep zij voorop en bepaalde het tempo, soms baande ik even de weg. En hele stukken konden we zij aan zij lopen. Francé haar tempo maakte dat ik heel gemakkelijk, relaxed en beheerst gelopen heb. Zo fijn!
Ik hoop volgend jaar absoluut weer in Egmond te zijn. En ik vermoed dat dit niet de laatste afstand is die wij samen gelopen hebben.
Hey tof! Leuk geschreven. Inspirerend. Dank!