Een paar weken geleden schreef ik me vrij impusief in voor de Den Bosch Night Run. Want hee, een hardloopevenement in eigen stad: daar moet je gewoon bij zijn. Bovendien zou het maar 7 kilometer zijn, dus dat kon ik probleemloos in m’n schema frotten.
Naarmate het dichterbij kwam kreeg ik een beetje mijn twijfels: is het eigenlijk wel iets voor mij, zo’n fun run? Geen tijdsregistratie. Geen medaille. En ohjee, lopen er eigenlijk ook wel bekenden mee, anders is zo’n fun run waarschijnlijk helemaal geen fun.
Race day
Een paar dagen tevoren kom ik tot de ontdekking dat oud-collega Harold ook van plan was mee te doen. Was, want z’n loopmaatje is afgehaakt. Hij laat zich vrij makkelijk overreden toch te starten. Zo leuk: een sportreünie. We waren namelijk beide Spinninginstructeur op dezelfde club. Nu gaan we na twaalf jaar (als je het heel snel zegt lijkt het niks, maar oef!) weer eens bijkletsen. En om dat dan al sportend te doen, superleuk en eigenlijk had dat ook niet anders gekund.
Harold haalt me thuis op met de auto. We moeten – ondanks dat het in eigen stad is – even zoeken naar het transferium op het Pettelaarpark. Het ligt een stuk verder naar achter dan we dachten. Dat zit niet helemaal in de strakke planning en dus gaan we in plaats van wandelend al dribbelend naar het startgebied. Geen probleem, want het vriest en zo zijn we meteen warm.
Je kan al van ver zien waar je moet zijn: een laser verlicht de donkere lucht boven de Pettelaarse Schans.
We halen onze startnummers op en krijgen er een kek hoofdlampje bij. Om mijn nek bungelt ook nog een ketting van gloeistaafjes, want als je drie jonge kinderen hebt heb je zulke rommeltjes altijd wel in huis. Zo waren deze nog over van Halloween en nu mooi ingepikt door mij.
Time 2 Race
In het startgebied is een podium opgebouwd, waar een DJ staat te draaien, onder begeleiding van een lasershow. Kijk, hier een kort filmpje. Een stuiterbal op het podium warmt het publiek op: met een paar honderd man staan we te dribbelen, jumping jacks te doen en te squatten. De party is ON!
Het is een paar minuten voor de start en terwijl iedereen het tempo van z’n dribbels op de beats als een malle opvoert, sta ik mijn startnummermagneetjes nog te verwisselen voor speldjes, omdat ze niet goed blijven zitten op m’n winterjasje, ik ben er al één verloren. Net als het allemaal min of meer vast zit met twee magneten en een speldje (mijn middle name is soms chaos) worden we naar de start gedirigeerd. Even nog maken we met alle van lampjes voorziene lopers een wave en op de klanken van Queens We Will Rock You gaan we van start.
Het is druk. Heel druk. De lopers die voor ons gestart zijn benutten de hele breedte van het pad, we kunnen er nergens langs. Af en toe lukt het om tussen een groepje door te zigzaggen, maar dan zitten we meteen weer achter een nieuw padbreed clubje hardlopers. Ohja, dit was een funrun.
De eerste drie kilometer lopen we in 7:27, 6:55 en 7:10. We lopen voortdurend ingehouden te dribbelen. Daardoor kunnen we prima bijpraten over hoe het leven ons vergaan is in de voorbije twaalf jaar, maar een vervelend tempo is het wel. “Het voelt een beetje alsof ik heel nodig moet niesen, maar hij er niet uit wil,” zegt Harold. Ik begrijp precies wat hij bedoelt.
Toch is het leuk! We zien een hele slang van verlichte mensjes door het donkere landschap gaan. En hee, kijk daar, een vuurspuger!
Na drie kilometer zitten er geen sloten meer naast het pad en kunnen we de voorste groepen voorbij steken door het gras. Eindelijk hebben we de ruimte. En dat blijkt: we lopen een kilometer van 4:58 en 4:57.
Harold heeft me net verteld dat hij niet zo’n Inspector Gadget is als ik, hardlopen doet hij meestal op gevoel.
“Hee Meneer Opgevoel,” vraag ik. “Welk tempo lopen we?”
Hij denkt even. “Ongeveer 5:30? 5:20 misschien?” Ik moet lachen. Hij kan het ook niet, tempo schatten. “Je kan harder dan je denkt man. Dit is 4:55.”
Toen we beide nog Spinninglessen gaven zaten we wel eens bij elkaar in de les. Toen konden we elkaar ook al zo ontzettend door elkaar laten opjutten. Zo ging dat, met de hele harde Spinning-kern. Via de spiegels hielden we elkaar in de gaten. Doet hij/zij er nog weerstand bij? Hoeveel slagen? Kak, sprint -ie nou harder dan ik?!
Nu gaat het precies zo. We lopen stoïcijns door, blijven doorkletsen alsof het geen moeite kost, maar de zinnen worden korter. Als hij niks zegt zeg ik ook niks, denk ik. En bleef sjezen.
Maar Harold heeft kuitklachten. Had hij van tevoren al gezegd en na zes kilometer is hij klaar met het gehaast. “Als jij wil gaan moet je gaan hoor Kim.”
Ik moet lachen om deze uitspraak tijdens een rondje Pettelaarse Schans. Gast, het is de Den Bosch Night Run. Niet de Amsterdam Marathon. We nemen gas terug en ik applaudiseer even voor de mensen met de lichtgevende springtouwen. Nou, die hebben het ook niet koud.
Nog geen drie kwartier later staan we weer in het startgebied. En maak ik even een trotse finishselfie. Na 7 kilometer voor de fun. Ik ben rijp voor therapie hoor mensen. Running therapie.
De DJ zou nog blijven draaien tot half 11, maar we besluiten te passen. Het lekkere aan een run zo dicht bij huis is dat je ook vlot weer thuis bent. Hebben we daar ook nog een stuk zaterdagavond over. Bovendien is een douche nu een stuk aanlokkelijker dan met een licht bezweet lijf staan dansen bij een DJ op een open vlakte. Dan ga je het toch merken hè, dat ik afgelopen week 39 werd?
Resumé
Onderweg terug in de auto – waar we eerst weer rustig naartoe dribbelden – maken Harold en ik even de balans op.
- Voor €25 inschrijfgeld hadden we best een medaille gewild. En wat glowgadgets ofzo, dan had het er nog mooier uitgezien. Of deelnemers had gevraagd kunnen worden daar zelf iets leuks van te maken.
- De hoeveelheid entertainment langs het parcours viel me een beetje tegen. Ik telde twee vuurspuwers, iemand met een grote box met stevige muziek, drie glowtouwtjespringers bij elkaar en twee bellenblazers op hetzelfde punt. Wat ik dan verwacht of gehoopt had? Ik weet het niet zo goed. Wat meer spektakel denk ik? Maar misschien ben ik gewoon verwend. Kan ook.
- Iets wat ik wel heel tof vond was de hoeveelheid groepjes. Een funrun is natuurlijk iets sociaals, dus het wemelde van de vrienden- en vriendinnengroepjes. Ik heb mensen om me heen elkaar moed horen inspreken, ik heb mensen gezien die halverwege even gingen wandelen, groepjes die elkaar er doorheen hielpen. Kennelijk deden er best wat mensen mee die speciaal getraind hebben voor deze zeven kilometer. En dat je het dan echt samen flikt, man, janken, ik vind dat prachtig. Bij een “Kóm op José, komt goed meid!” kan je mij echt de Kleenex aangeven.
- Ik heb gemerkt dat ik een streber geworden ben. Ik was teleurgesteld bij het ‘geen medaille’ en ik kon het maar slecht velen dat ik niet kon doorlopen en dat inhalen lastig was. Terwijl het daar helemaal niet om ging. Ehm, Kim, dit is een fun run! Na de finish stond ik meteen op m’n Garmin m’n data te checken. En Harold de zijne. Foei toch!
- De route was niet zo fantasierijk, maar dat maakt eigenlijk niet uit, daar zie je in het donker toch geen klap van. Wel jammer dat het twee keer hetzelfde rondje was, omdat het kennelijk heel lastig is om een vergunning te krijgen om iets te organiseren in dit natuurgebied.
- Niet echt mijn ding dit, maar ik heb wél een heel gezellige avond gehad. En echt zoveel liefde voor mensen die gebikkeld hebben voor deze afstand. Ik weet niet of ik nog eens mee doe, maar er ging wel een ander vlammetje wakkeren: ik ga me beslist eens aanmelden als vrijwilliger en dan het liefst bij een korte afstandsloopje. Omdat ik het zo mooi vind wat ik daar allemaal zie en hoor gebeuren. Bij lopers die nog duizend keer meer trots zijn en nog niet zo blasé als degenen die al wat langer meelopen. Love it!
M’n volgende loopje in Den Bosch is de Vestingloop, in mei. Maar eerst over drie weken de halve marathon op de Zandvoort Circuit Run. Waar ik dan gewoon zélf weer de onervaren loper ben en m’n overmoed echt moet thuislaten.
¨Hij denkt even. “Ongeveer 5:30? 5:20 misschien?” Ik moet lachen. Hij kan het ook niet, tempo schatten. “Je kan harder dan je denkt man. Dit is 4:55.””: Harold is nog steeds erg bescheiden, zeker als het over hemzelf gaat.
Goed indirect weer wat van je te horen!!!
Leuke blog geworden, en klopt helemaal. Fijn dat jij het vrijwilligerswerk zo waardeert. Zonder hen zijn dit soort runs niet mogelijk. Dan hadden wij ook geen oude verhalen kunnen ophalen van vroeger…. Bovenal was het gezellig. Tot een volgende sportieve bijeenkomst.