Vanachter het glas van een fotolijstje op de kast glimt mijn Rotterdam marathon medaille me tegemoet. Aan weerszijden een foto van hoe ik met een brede glimlach de Coolsingel op loop. Ik kan het gevoel nog terughalen alsof het gisteren was. En toch is er alweer een dikke maand voorbij sinds die euforie.
Een maand waarin ik voor mijn doen maar weinig kilometers maakte. En één waarin ik niet zo trouw ben geweest aan mijn loopschema. Ik zat mezelf een beetje in de weg.
M’n coach heeft graag dat ik een korte evaluatie aan mijn trainingsdata toevoeg.
Sorry, weer te snel, kan ik daar bijvoorbeeld schuldbewust typen.
Heb het geprobeerd, maar wat een hitte.
Of, als het heel goed ging: sign me up for the Olympics.
De trainingen van afgelopen weken gingen niet zo lekker, vond ik. Dus typte ik dingen als: Hmmpf, duidelijk uit vorm. Waarop La Coach dan reageerde met: Niet uit vorm. Herstellend van een marathon.
Ohja. Dat is ook zo. En toch schuurde, wreef en wrong dat. Herstellen sucks. Ik ben veel te prestatiegericht om weken rustiger aan te doen en mijn lijf tijd te gunnen. Als dit bij marathonlopen hoort ga ik me wel op halve marathons richten, bedacht ik. Om me vervolgens toch weer in te schrijven voor nog een 42 kilometer na Amsterdam, maar dat is weer een ander verhaal.
Hardloopmojo kwijt
Mijn loopmojo was echt weg. De tempo’s voelden ongewoon zwaar. De trainingen wat zinlozer zonder concreet doel. De atletiekbaan leek per ronde langer te worden. De rustige duurloopjes, daar had ik ook geen zin in, wan bah, alweer datzelfde rondje.
En toen was het ineens meivakantie en vond ik zomaar mijn hardloopmojo terug. Terwijl ik er niet eens naar zocht. Maar zelfs al had ik dat gedaan, dan had ik het nooit kunnen vinden. De wind had het meegevoerd naar Texel. Tussen het helmgras, de woeste zee en het striemende zand was het er ineens weer.
Nadat La Coach me vertelde dat een groot percentage marathon debutanten na die eerste marathon nooit meer hardloopt trok ik snoevend mijn schoenen aan. Wat een gekkies! Dat zou mij niet gebeuren natuurlijk. Had ze me precies waar ze me hebben wilde. Buiten. Op hardloopschoenen.
Chagrijnig liep ik ons vakantiehuis uit. Wat een schijtweer! En ik ken hier de weg niet! En ik ben ook nog eens vergeten mijn zelfmedelijden in mijn FlipBelt te stoppen. Shit. Zo heb ik nooit genoeg voor de hele route.
De regen waar ik zo over gemekkerd had – want waarom nou precies in onze vakantie – joeg me vooruit. Zonder op mijn Garmin te kijken jakkerde ik al mijn frustratie eruit op een wondermooi duinpad. Natte slierten haar in mijn nek. Zand in mijn schoenen. Zand in mijn haar. Tranen over mijn wangen, door de wind, door de mooiigheid van het landschap, door mijn opgekropte hardloopwoede. Maar nog wel even tijd om mijn eeuwige fotoface naar La Coach te appen. Ik ben soms maar een rare.
De dagen erna zou ik ook door weer en wind mijn loopjes doen. Op onverharde paden, slalommend rond konijnenholletjes. Verrukt door het zien van zoveel rondhopsende konijntjes. En wilde fazanten. En vuurtorens (of nouja, één). En, ook zo heerlijk, bijna geen mensen.
I’m back
Afgelopen maandag startte ik met een fris hoofd aan mijn zomerloopjesschema. De puntjes gaan weer op de i. Qua voeding. Qua slaap. En qua training. Zo fijn om weer sturing te hebben.
Over twee weken loop ik een 10 kilometer wedstrijd. In eigen stad nog wel! Ik heb er ongekend veel zin in en neem jullie hier weer lekker mee in mijn voorbereidingen naar wat ik deze zomer ga uitspoken op hardloopgebied. Daarnaast heb ik je nog veel meer te vertellen!
Dus hoera. zowel qua trainings- als qua blogfrequentie: I’m back!