Van alle dingen die ontrommeld moesten worden in huis stond mijn kledingkast hoog op de lijst. Het was zo’n chaos dat ik er niet eens een foto van heb durven nemen en dat zegt wat.
Mijn kast is niet heel groot – twee brede diepe planken en een hangedeelte – maar hij zat boordevol ehm… textiel. Laten we het daarop houden. Textiel in alle soorten en vooral ook in alle maten, want de afgelopen 10 jaar ging ik van mager, naar heel gespierd, naar zwanger, niet zwanger , zwanger, niet zwanger, zwanger, niet zwanger en dik.
En elke keer bedenkt mijn twisted mind: ik koop nieuwe kleren als ik terug slank ben. Wat er in resulteerde dat ik nooit iets kocht. Of hooguit eens een basic longsleeve t-shirt bij de Hema ofzo, wegens écht niets meer om aan te trekken.
Gisteren vatte ik de koe bij de horens. Ik stroopte mijn mouwen op, zuchtte eens diep, schoof de kastdeur open en aanschouwde de ellende. Ik zou rigoureus zijn, bedacht ik. Want Trinny en Susannah zouden een attaque krijgen van wat ze zouden zien! Hun oogballen zouden branden en ze zouden me met die dikke Britse tongval de huid volschelden. En dat wil ik niet. Trinny en Susannah wil je tevreden houden. Altijd. Want Trinny en Susannah zijn tof. Alleen niet tof genoeg om me te komen helpen, dus ik moest het helemaal zelf doen en dit werd mijn strategie:
Is het te klein? Weg!
Is het versleten? Weg!
Is het nog passend maar vormeloos of lelijk? Weg!
Is het iets dat de buurvrouw zou dragen? Weg!
Is het te groot? HAHAHAHA, as if, at this point!
Het ene na het andere item verdween in een zak voor de kledingcontainer en gaandeweg versoepelde ik toch weer mijn zelf opgestelde regels, omdat ik anders beslist zou eindigen met niets anders dan een jurkje, drie onderbroeken en een watervalhalsshirtje. En dat combineert zo moeilijk in deze wintermaanden met een peervormig lijf he.
Hoedanook! Een volle vuilniszak. En een kast met geordende stapeltjes. Geen lelijk zwart fleecevest meer of een jeans in dat rare model dat iedereen in 2013 droeg, maar dat mij er liet uitzien alsof ik een tweezitsbank in mijn broek had in plaats van een paar billen. Geen verwassen borstvoedingsshirtjes meer, geen uitgelubberde hemdjes, geen te kleine kleren die wachten op een dunne ik. Er zit nog steeds een hoop gaandeweg te vervangen troep in, maar iemand als ik kan niet nakend over straat, dat komen de mensen niet te boven.
Maar die opgeruimde kast: heerlijk! En als tegenwerping voor al dat weggooien brengt de postmeneer me vandaag een paar King Louie jurkjes, waar ik me hopelijk met ingehouden adem een een pot vaseline bést ingewurmd krijg.
Op een opgeruimd én ontslonst 2014! Cheers!
“Is het iets dat de buurvrouw zou dragen? Weg!”
whahaha, wat schrijf jij toch leuk!
Heerlijk weer zo’n opgeruimde kast! Ik moet ook weer hoognodig aan de slag!
Ja! Bedankt voor (alweer eens) inspiratie.
Dit weekend moet ook mijn kast hier aan geloven.