Ondertussen kan ik een vinkje zetten achter de eerste twee weken van januari en het opruimen vordert gestaag. Elke dag vindt minstens een pakketje in bruin papier de weg van de eettafel naar het pakketpunt. Vooral via Marktplaats en Twitter vinden veel spulletjes een nieuwe eigenaar. Mijn huis leger, mijn bankrekening voller: win-win.
Natuurlijk ben ik niet lukraak aan het weggooien om het weggooien. Nee, ik heroverweeg onze bezittingen. Ik stel mezelf een aantal vragen en op basis daarvan besluit ik of iets weggaat of niet.
– Gebruiken we dit regelmatig?
– Heb ik hier meerdere exemplaren van? Zoja, is dat wel nodig?
– Vind ik dit mooi?
– Bewaar ik dit omdat er een herinnering aan kleeft?
– Bewaar ik dit uit schuldgevoel?
– Bewaar ik dit voor het geval dat?
De laatste drie uit het lijstje zijn een serieuze reden om iets weg te gooien.
Herinneringen zitten hem vooral in je hoofd: niet achter het schot op zolder. Met die te kleine babykleertjes kan ik beter iemand anders blij maken. Een rompertje in de bewaardoos voor ieder kind is echt wel genoeg.
Die sportkleding waarvan ik steeds maar denk: als ik vaak genoeg sport ga ik dit echt wel weer passen? Wat moet ik daar nou nog mee? Nog even los van dat het me niet lukt om weer maat 36 te krijgen na drie zwangerschappen is ook mijn hele lichaamsvorm veranderd en ben ik ouder geworden, waardoor de meeste dingen echt niet meer kunnen. Weg ermee dus! Behalve de kleren gaat dan ook de confrontatie met het schuldgevoel de deur uit. Holladiejee!
Al die spullen die achter het schot op zolder slingeren voor het geval dat. Hoe reëel zijn die? Ga ik ooit nog een lichaamsvetknijper nodig hebben nu ik geen fitnessinstructeur meer ben? Don’t think so!
Vier limondadetaps, voor het geval we ooit dertig kinderen tegelijk te spelen krijgen? Zwaar overdreven.
Dat oude Trivantspel, voor het geval we ooit de behoefte krijgen om vragen uit de jaren ‚80 (?) te beantwoorden? Nahhh.
Zo stikt het van de nog goede spullen waar ik steeds maar geen afstand kon doen, terwijl bewaren eigenlijk ook geen zin heeft.
Ik maak me dus voorlopig geen zorgen over mijn 365 dagen project. Er is nog een boel ballast in huis die zonder meer kan vertrekken. Een heel proces van opruimen, herorganiseren, maar vooral ook van loslaten.