Kinderen zijn een goede spiegel. En ze wijzen je zo heerlijk op je tekortkomingen.
Zo word ik nu al ruim een week herinnerd aan dat ik het niet meer kan.
De een staat hinnikend te lachen bij de herinnering alleen al.
De ander doet een treffende imitatie van de Hnnnng! geluiden die ik maakte tijdens mijn onsuccesvolle pogingen tot een bruggetje, handen in het kruis om maar niet in z’n broek te plassen.
En nummer drie doet dat moeizame bruggetje maar al te graag even na.
Waarop nummer één dan weer even laat zien dat hij het wel kan.
Over inwrijven gesproken.
Willen kunnen
Nu moet je weten dat ik het niet zo goed trek als er dingen zijn die ik niet kan. Ik zou het liefst een homo universalis zijn, die zowel in Het Zwanenmeer kan dansen, als een open hart operatie kan uitvoeren. Die haar hand niet omdraait voor een stevige discussie in het Zweeds, maar ook niet voor een paar vette snowboardmoves. En die kan zingen.
Helaas kan je niet alles kunnen.
En toch.
Als ik wíl, dan laat ik het er niet bij zitten.
Zo leerde ik mezelf een beetje gitaar spelen, had ik geen rust tot ik meer dan mijn lichaamsgewicht kon squatten en haakte ik een halve deken.
Een halve ja, want als ik het eenmaal kan is het ook wel weer klaar.
Missie
De afgelopen week had ik een missie. Ik moest en zou afrekenen met de hoon rondom mijn lenigheid. Dus deed ik ’s avonds voor het slapen gaan push-ups op zolder. Ik rekte en strekte braaf op mijn hardloop rustdagen. En ik wachtte mijn moment af.
We zaten vanavond allemaal achter een bord boerenkool. Het ging over schaatsen. “Zou ik ook best kunnen, kunstschaatsen,” zeg ik tussen twee happen door. “Ik word wel negenendertig, maar ik ben nog steeds best lenig.”
De ogen van mijn oudste worden groot. Hij hapte naar adem.
“Echt niet. Jij kon niet eens een bruggetje!”
– “Kan ik wel.”
“Kan je niet.”
– “Maar nu wel!”
“Echt niet. Doe dan.”
Meer is er niet nodig. Ik ben al van tafel.
– “Oke, als jij een foto maakt.”
Opgelet
Drie man publiek stelt zich ongelovig op in een rijtje, terwijl ik op de grond ga liggen. Helemaal gerust ben ik er niet op. Vastberaden wel. En dat dat matje nog boven ligt, ach, detail. Hoe hard kan je nou helemaal neerkomen op een tegelvloer.
“Let op jongens!
3… 2… 1…”
Ha! Ha! Ha!
Moment of glory.
Next up: de handstand. Nadat ik het nummer van een chiropractor heb gegoogeld en mijn wervels weer op hun plaats heb laten kraken.
Nice! En zo snel, amai.
gerhilde maakt onlangs geplaatst…De ‘Groener Doener’-tag