Het voorjaar is alweer te voelen en hoewel ik daar heel blij mee ben, brengt het ook wel een probleem met zich mee: open schoenen. Als de temperaturen hoger worden en andere vrouwen niet kunnen wachten om hun peep-toe schoenen, sandaaltjes of slippers uit de kast te trekken moet ik altijd even zuchten.
Want ik kan wel bij een praatgroepje voor mensen met voetproblemen. En als het er nog niet is kan ik het beginnen. Ik kan toch nooit de enige zijn met lopersvoeten?
(Ergens in den lande in een troosteloos zaaltje met een systeemplafond en thermoskannen koffie en thee op een smoezelig tafeltje.)
“Hoi. Ik ben Kim en ik heb lelijke voeten.”
(Rest van de groep:) – “Hoi Kim.”
Hardlopen heeft een boel dingen aan mijn lijf ten goede veranderd. Ik heb geen overgewicht meer. De putjes in mijn benen zijn nagenoeg verdwenen. Mijn kuiten zijn prachtig gespierd. Vaak heb ik een blij hoofd, omdat ik hartstikke veel energie heb.
Maar och, die voeten… Die zijn sinds ik substantiële kilometers hardloop zo’n rampgebied geworden dat ze een eigen gironummer verdienen.
Zes teennagels
Mijn voeten zijn de droom van elke pedicure en de grootste nachtmerrie van elke voetfetisjist.
Een pedicure zou een wintersportvakantie van drie weken voor haar hele gezin met zeven kinderen bij elkaar kunnen verdienen met de behandelingen die nodig zouden zijn om van mijn rampgebieden weer toonbare tenen te maken.
Iemand met een voetfixatie kan ik genezen door op de bank te gaan zitten, mijn voeten op de salontafel te zwiepen en mijn sokken uit te trekken. Voilà, kijk en huiver. Na de mijne ben je meteen klaar met voeten.
Wat dan het probleem is? Wat niet, kan je beter vragen. Mijn teennagels zijn afwisselend wit, blauw, zwart of onbestaand. Op dit moment hebben zes van mijn tien tenen een nagel en dat is een relatief goede score. Verder heb ik soms blaren op de voorkanten van mijn tenen. En dan is er ook nog die gekke knobbel aan de zijkant van mijn voet.
Die prins kan aan mij voorbij gaaan met zijn glazen muiltje. Ik pas alleen in groot en breed materiaal.
De oplossing?
Ik heb al zoveel dingen geprobeerd. Grotere, kleinere, smallere en bredere hardloopschoenen. Aangemeten bij een speciaalzaak. Alternatieve manieren van veteren en bijzondere manieren van strikken. Maar het mag allemaal niet baten. Er is altijd wel ergens een probleem.
Gelukkig zijn mijn onderdanen niet pijnlijk. Ze mopperen en mekkeren nooit en brengen me gewillig overal naartoe. Vaak zelfs op een behoorlijke snelheid.
Het is alleen zo’n rotgezicht, die gemankeerde tenen. Afgelopen zomer sjouwde ik ook op warme dagen vaak op gympies rond. En toen het echt heet werd, bijvoorbeeld op vakantie? Dan lakte ik mijn nagels. En de niet bestaande nagels ook. Roodgelakte nagelbedjes, je verzint het niet. Maar van een afstandje zag je het verschil niet en zo durfde ik tenminste ook eens op slippertjes te lopen.
Peep-toe hardloopschoenen, dat zou de oplossing wel eens kunnen zijn, bedacht ik. Dan komen mijn tenen niet meer tegen de voorkant van mijn schoenen; geen geschuif meer en geen gebots. Misschien moet ik daar patent op aanvragen. Ik vond mezelf tamelijk geniaal, maar net als met alles wat ik uitvind terwijl ik sta te douchen blijkt ook dit gewoon al te bestaan. Hoef ik alleen nog maar te bestellen.
Of de grote hardloopmerken eens lief aan te kijken, zodat ze misschien een goede, verantwoorde versie gaan maken van deze Chinese variant. Beetje doorontwikkelen, goed in de markt zetten, mooie foto’s maken en opsturen naar bloggers met normale voeten om ze te hypen op hun social media. En dan, hoppa. de winkel in ermee!
Zouden ze daarvoor te porren zijn, denk je?
Op blote voeten gaan lopen!!
Barefoot friendly loopschoenen? Dan hebben je tenen meer de ruimte.