Ik kan het nog voelen. De onhandigheid en onbeholpenheid tijdens de handwerklessen van juf Moerland in groep 7. Terwijl de jongens uit de klas aan het figuurzagen waren moesten wij meisjes ons bezighouden met vlijtige meisjesdingen als weven of breien.
Waar de andere meisjes ijverig en met een al snel ritmisch tik-tik-tik een keurig werkje van hun breipennen lieten glijden werd het mijne nogal… wisselend. Hier en daar zo strak dat je het rechtop kon zetten of er iemand mee knock-out kon slaan en op sommige stukken vol gaten. Mijn breiwerkjes liepen ook steevast taps toe: van breed naar smal. Omdat ik het na een paar lessen maar opgaf om na iedere gevallen steek om hulp te vragen. Win-win, voor de juf en voor mij: minder frustratie voor ons allebei.
Je zou toch denken dat het in mijn genen zou zitten: handigheid. Mijn vader was een rasklusser en mijn moeder een handwerktalent. Als klein Kimmetje droeg ik prachtige zelfgemaakte jurkjes en mijn truien waren kunstwerken. Ik herinner me bijvoorbeeld nog De Ieniemienie Trui, met een ‘échte’ staart, die over mijn schouder liep.
Onder invloed van zwangerschapshormonen doet een mens rare dingen. Augurken eten bijvoorbeeld. Of maniakaal opruimen. Maar in mijn geval ook: breien! Plots moest en zou ik een babydekentje maken. Zelf. Met ingebreid patroon. En reliëf.
En wat bleek: met geduld blijkt alles te leren! Ik breide. Avond aan avond, en tot in de kleine uurtjes. Soms een stuk uithalen en opnieuw beginnen. Soms even schelden en you-tuben (handwerken 2.0), maar het lúkte.
Met geduld kan je dus inderdaad bijna alles onder de knie krijgen. Maar dat geduld zélf, dat zou ik nog wel wat kunnen oefenen: ongeveer een achtste van mijn babydeken had ik af, toen mijn jongste geboren werd. Het stukje deken ligt met mijn breipennen en kilo’s wol in een plastic opbergbox op zolder. Te wachten. Maar waarop eigenlijk?
Breien is de bom! Je begint, en op een gegeven moment heb je standaard “een wol” zoals mijn vriendin Anna dat noemt, in je tas zitten. 🙂
Ach, breien hoort in mijn ogen bij oma’s! Dat stukje deken? Dat wacht op je eerste kleinkind. Deken mét verhaal!